Gaat u ook een voorschot op uw loon opnemen?

In Trends van 13 juli 2023 staat het nieuwtje dat maar liefst 78 % van de jonge mensen gewonnen zou zijn om via een nieuwe app een deel van hun maandsalaris vervroegd op te nemen. Vele werkgevers zouden hieraan willen meewerken in het kader van ESG-doelstellingen.

Een ESG-rapportage bevat kwalitatieve en kwantitatieve gegevens rond drie kernthema’s: milieu, interne controles, maar hier gaat het wellicht over hoe een bedrijf zorgt voor zijn mensen en hun werkomgeving.  

Welzijn op het werk krijgt een belangrijke plaats en terecht. Vanuit werkgeversstandpunt is het dus een goede zaak dat werknemers door een voorschot op hun volgende loon niet onnodig een duur consumentenkrediet moeten opnemen.

Ik heb hierbij toch een aantal bedenkingen. Waarom kunnen sommige werknemers niet “rondkomen”? Zou het kunnen dat de belangstelling van de werknemer voor een voorschot op het volgende loon niet eerder te maken heeft met een laag reëel loon en teveel alternatieve en onzekere beloningsvormen dan met een gebrek aan budgetbeheer? En wordt de afhankelijkheid van de werkgever niet al te groot door het opnemen van voorschotten op loon?

In het kader van een arbeidscontract wordt door de werknemer nog altijd in de eerste plaats gewerkt tegen betaling van loon door de werkgever. Dat is en moet de essentie blijven.

Het werk op zich is het belangrijkste element en daarin moet de betrokken werknemer zich vinden om het beste van zichzelf te kunnen geven. Daartegenover moet een correct loon staan en daar wringt het schoentje al wel eens.

Wist u dat een rechtvaardige verdeling van de welvaart niet meer zo vanzelfsprekend is?

Productiviteitsgroei zorgt ervoor dat er per uur meer geproduceerd wordt en er dus ook

meer opbrengsten die daaruit voortkomen verdeeld kunnen worden tussen aandeelhouders en werknemers. Die verdeling zou evenredig moeten gebeuren. Maar wat is de vaststelling? Het loonaandeel is al gedurende meerdere decennia aan het dalen. Sinds de invoering van de loonnormwet daalde het loonaandeel van 61,9 % in 1996 naar 58,9 % in 2019 (deze daling wordt bovendien nog getemperd door de non-profit). In de industriële sectoren daalde het loonaandeel bijvoorbeeld van 66,8 % in 1996 naar 61,4 % in 2019. (Bron: Doelstelling 2030 ACLVB).

N.B. een overzicht van alle blogartikelen vindt u op de website www.bfh-fbr.be